Wetterskip Fryslân heeft onderzocht hoe het staat met de visstand in de Friese wateren. Op veel plekken komen meer verschillende soorten vissen voor. Dit geeft aan dat de waterkwaliteit op deze locaties de laatste jaren is verbeterd.

Het waterschap onderzoekt elke 3 jaar de visstand in haar gebied. Hierbij wordt gekeken naar de aantallen, soorten, gewicht en conditie van de vispopulaties. Daarnaast voert Wetterskip Fryslân gelijktijdig onderzoek uit naar de chemische waterkwaliteit, waterplanten, algen en kleinere waterdieren. Al deze metingen geven het waterschap inzicht in de ecologische toestand van het oppervlaktewater.

De meren in Zuidwest-Fryslân laten een wisselend beeld zien. Zo zijn de Fluezen/Hegemer Mar sinds 1998 constant voor wat betreft de hoeveelheden en soorten vis. Het Snitser Mar en Sleattemer Mar laten daarentegen een afname in hoeveelheden zien, maar een toename in soortenrijkdom, waardoor de biologische beoordeling voor deze wateren gunstiger uitvalt.

De beken (de Lende, Koningsdiep, Lauwers en De Tsjonger) scoren nog onvoldoende. Wetterskip Fryslân verwacht dat de visstand in deze wateren de komende tijd verbetert, omdat het waterschap hier recent vismigratievoorzieningen aanlegde. Dit betekent dat de vissen hier gemakkelijker langs stuwen en gemalen kunnen zwemmen, waardoor hun tocht naar de juiste paarplekken niet wordt onderbroken.

Lees meer over de inzet van waterschappen om vismigratie te bevorderen op de website van ‘Ruim baan voor vissen’.

Bron: Wetterskip Fryslân